Interessante Musea in de buurt van Maison Haut-Fays

België bezit rond de 700 musea verdeeld over het hele land. Een groot aantal daarvan bevindt zich in Wallonië met concentraties in Luik, Charleroi, Namen en Arlon. Maison Haut-Fays ligt bijna op de grens van de provincie Luxemburg en Namen; dus voor een bezoek zijn alle musea in deze provincies goed bereikbaar.

In een bundel die in het huis aanwezig is, zijn de beschrijvingen van een 16-tal musea opgenomen die zich rond Maison Haut-Fays bevinden. De meeste liggen in de genoemde provincies, 2 liggen in het zuidwesten van de provincie Luik. Hoewel deze 2, en een aantal gelegen in het zuidoosten van de provincie Luxemburg, wat verder weg liggen, ca. 80 km vanaf Haut-Fays, zijn ze hier toch opgenomen vanwege hun belang, rijkdom en of schoonheid.

De musea zijn zeer divers voor wat betreft hun onderkomen (kastelen, herenhuizen, boerderijen) en onderwerp (natuur, archeologie, schilderkunst, meubilair, etc). Ook de ouderdom en makers van de kunstwerken zijn zeer uiteenlopend: o.a. Neanderthalers, Kelten, Romeinen en de moderne mens. Kortom voor een ieder wat wils

De artikelen en foto's in deze bundel zijn overgenomen uit "Ippa's Museumgids voor Belgie" van Julien van Remoortere, uitgegeven door Lannoo in 1994. Helaas is dit boekje niet meer verkrijgbaar. In de bibliotheek van Maison Haut-Fays is een exemplaar aanwezig. Het boekje bevat, naast de andere hier niet op genomen musea, nog een algemene verhandeling over beeldende kunst door de tijden heen en een lexicon van kunsttechnieken. Voor degene die zich wat diepgaander wil orienteren zijn deze hoofdstukken aan te bevelen.

Deze bundel is bedoeld om interesse te wekken voor al het moois wat de beschreven musea te bieden hebben en om een bezoek te plannen aan dát museum waar uw interesse het meest naar uitgaat. Ik wens u veel ontdekkingsplezier.

 De volgende musea vindt u in de genoemde bundel aanwezig in de woning:


       De Musea




GEMEENTELIJK MUSEUM VAN HUY

Voormalig Minderbroedersklooster, rue Vankeerberghen 20, 4500 Huy, tel. (085) 23 2435.
Conservator: Luc Engen, tel. (041) 26 70 83.
Openstelling: Van 1 april tot 15 oktober: dagelijks van 14 tot 18 uur. Het hele jaar door: op afspraak.

Dit museum is ondergebracht in het voormalige klooster van de minderbroeders, een prachtig voorbeeld van Maaslandse renaissance uit de 17e eeuw. Aan de rue Vankeerberghen - die man schonk in 1911 zijn schilderijenverzameling aan de stad Hoei- moet u een aantal trappen beklimmen en via een toegangspoort bereikt u een merkwaardige kloostergang, die op zichzelf een museum van stenen voorwerpen is. Via die gang bereikt u de eigenlijke toegangsdeur van het museum, ingericht in een vleugel van het vroegere klooster, dat na de Franse periode diende als kazerne, maar dan naderhand beetje bij beetje omgevormd werd tot één van de ordelijkste musea van het land.

terug naar index


KASTEEL VAN JEHAY

Eigenaar: Graaf Guy van den Steen de Jehay; zelfde adres als het museum. (nu prov. Luik)
Inlichtingen: Angele L'Haut, rue du Parc 1, 4540 Jehay (Amay), tel.
(085) 311716.
Openstelling: In juli en augustus: op weekends en feestdagen van 14 tot 18 uur.

Een bezoek aan het Kasteel van Jehay is ontegenzeglijk een unieke belevenis. U komt er niet alleen terecht in één van de fraaiste kastelen van België, maar het is tegelijk één van de boeiendste en zéker het compleetste privé-museum van het land, enorm afwisselend wat de collecties betreft. Zowel de artistiek, de historisch als de archeologisch gerichte bezoeker kan er volop aan zijn trekken komen. Het eilandje waarop het kasteel van Jehay zich thans verheft, is een van de vroegst bewoonde plaatsen van het land: de vroegere eigenaar, graaf Guy van den Steen (nu de provincie Luik), heeft dankzij opgravingen bewezen dat de plaats achtereenvolgens werd bewoond door mensen uit de teentijd, door Galliërs die er de Romeinen verdrongen, en daarna door Karolingers. Het kasteel zelf, een prachtig voorbeeld van feodale architectuur, werd gebouwd op paalwerk en Romeinse funderingen. Het algemeen voorkomen ervan is sedert 1550 ongewijzigd gebleven. In 1680 werd het landgoed grotendeels aangekocht door Franois van den Steen, hoofdmeier van Luik; achttien jaar later verwierf zijn zoon de rest. Van dan af bleef het kasteel eigendom van de familie van den Steen. Dat het thans een museum geworden is, dat u beslist minstens éénmaal in uw leven moet beleefd hebben, is te danken aan graaf Guy van den Steen, zelf hoogbegaafd beeldhouwer, archeoloog, speleoloog, antiquair en eertijds beroemd sportman (skiër, bergbeklimmer).

terug naar index


PROVINCIAAL LUXEMBURGS MUSEUM

rue des Martyrs 13, 6700 Arlon/Aarlen, tel. (063) 221236.
Conservator:
Louis Lefèbre, avenue de Luxembourg 39, 6700 Arlon/Aarlen, tel. (063) 226192 en 221236.
Openstelling: Van maandag tot zaterdag van 9 tot 12 en van 14 tot 17 uur. Van 15 juni tot 15 september ook op zon en feestdagen. Gesloten van 15 december tot 2 januari.

TERUG NAAR DE ROMEINSE TIJD Dat Belgie ooit door de Romeinen werd bezet, zal voor praktisch iedereen wel geen geheim meer zijn: In 57 vóór onze tijdrekening vielen de legioenen van Julius Caesar de gewesten van Wallonie binnen en ze vestigden er zich enkele eeuwen lang. Ze bouwden er hun huizen (de fameuze Romeinse villa's), ze legden er hun wegen aan (heirbanen) en een deel van hun cultuur drong zich op aan de plaatselijke bevolking, onuitwisbaar, voor altijd. Wie op zoek gaat naar sporen van dat verre verleden, vindt in Aarlen ongetwijfeld volop van zijn gading.

Aarlen heeft, samen met Tongeren, een 'volbloed'-Romeins verleden. En het mooiste en meest boeiende getuigenis is zonder de minste twijfel het Luxemburgs Museum, met een schat aan beeldhouwwerken, keramiek, glas, metalen voorwerpen en alles wat het leven van toen betreft. In een verrassend aantrekkelijk ingericht museum staan zowat 70 stuks beeldhouwwerk opgesteld, zorgvuldig uitgezocht, maar dat is slechts een klein deel van het totale museumbezit: globaal zijn er ongeveer 450 werken die het alle waard zijn geëxposeerd te worden.
Helaas, de beschikbare ruimte is ál te krap. En financiële middelen voor een erg noodzakelijke uitbreiding zijn er niet. Het lot van meer dan één kleiner museum, dat bovendien ook nog de handicap heeft in een uithoek van het land te liggen.

terug naar index


MUSEUM VAN HET LANDELIJKE LEVEN IN WALLONIË

Fourneau Saint-Michel, 6870 Saint-Hubert, tel. (084) 21 0890 en 21 0613, fax (084) 221936.
Conservator: F. Tinchi, zelfde adres en telefoonnummer als het museum.
Openstelling: Van 1 maart tot 5 januari (eind van de Kerstvakantie): dagelijks van 10 tot 17 uur maar 1 juli tot 15 september tot 19 uur.

HET 19E-EEUWSE WALLONIË IN OPENLUCHT Dit grootste openluchtmuseum van Wallonië werd gesticht in 1971, voor het publiek opengesteld op 4 april 1981, en is nog steeds in uitbreiding. Het is 40 hectare groot en ligt in het prachtige dal van de Masblette, een bijriviertje van de Lomme, omgeven door ongerept natuurschoon met zwaar beboste heuvels. De bedoeling ervan is een ensemble te creeren van typisch Waalse gehuchten en dit met oude kenmerkende gebouwen die hier steen voor steen en balk voor balk wederopgericht worden, met behulp van de aloude technieken.
Ook het interieur in deze gebouwen wordt in de vroegere toestand teruggebracht met het typische meubilair en de authentieke werktuigen.
De bezoeker maakt aldus als het ware een tijdreis naar het 19e-eeuwse Wallonië. Bovendien worden in een aantal gebouwen, zéker tijdens het toeristisch seizoen, de oude Waalse ambachten opnieuw tot leven gewekt door mensen die de vereiste vaardigheden nog bezitten. De tijdreis is dus niet alleen romantisch en nostalgisch getint, maar ze kan beslist evenzeer leerrijk worden genoemd. Al wandelend trekt de bezoeker van de ene groep gebouwen naar de andere: zo'n 3,5 km wegen doorkruisen het terrein (uitsluitend voorbehouden aan voetgangers; kinderwagens en rolstoelen kunnen zonder al te grote moeilijkheden meegenomen).

De gebouwen zijn ingedeeld in verschillende geografische zones, zoals Belgisch-Lotharingen, de vallei van de Semois, de centrale Ardennen, de noordoostelijke Ardennen, de vallei van de Ambleve, de woudzone, tussen Vesder en Maas, Haspengouw (gedeeltelijk), Condroz, Famenne en kalkband, Riezes en Sarts. Het gebied dat door het museum bestreken wordt ligt dus in hoofdzaak ten zuiden van de valleien van Samber en Maas, wat dus doorgaans Hoog-België wordt genoemd.

terug naar index


MUSEUM VAN HET IJZER EN VAN DE OUDE METAALBEWERKING

Fourneau Saint-Michel, 6870 Saint-Hubert, tel. (084) 21 0890 en 21 06 13, fax (084) 221936.
Conservator:
F. Tinchi, adres en telefoonnummer zoals museum.
Openstelling: Van 1 maart tot 15 september: dagelijks van 10 tot 18 uur; van 16 september tot 5 januari (eind van de Kerstvakantie) van 10 tot 17 uur.

In 1771 richtte dom Nicolaas Spirlet, de laatste benedictijnerabt van Saint-Hubert, een kleine metaalfabriek op aan de oevers van de Masblette. Het ensemble werd in 1951 op de monumentenlijst gezet. Het bestaat uit het huis van de opzichter van de smederijen, de houtskoolloods, een schuur en de hoogoven met zijn bijgebouwen: laadhal, blaasbalgenhal, giethal, hoefsmederij, ertsenpark en een gebouw met onbepaalde bestemming.
Sedert 1959 wordt alles bijzonder zorgvuldig gerestaureerd en in de oorspronkelijke toestand gebracht. In het gebouw van de opzichter werd een aantrekkelijk ijzermuseum ingericht. In diverse secties, gepresenteerd over vijf niveaus, kan men onder meer zien: de verspreiding van het ijzer; het ijzer in de provincie Luxemburg, de techniek, de zaal van de stichter dom Spirlet, 18e-eeuwse metallurgie, allerhande toepassingen en het gebruik van ijzer.

Het Museum van het Ardense Woud en het Museum Pierre Joseph Redouté werden er recent aan toegevoegd.

terug naar index


MUSEUM VAN HET GAUMELAND

rue d'Arlon 38, 6760 Virton, tel. (063) 570315.
Conservator:
Gérard Lambert, zelfde adres en telefoonnummer als het museum.
Openstelling: Van 1 april tot 1 december: van 9.30 tot 12 en van 14 tot 18 uur, maar gesloten op dinsdag, behalve in juli en augustus, en voor groepen van tenminste 15 personen.

HET GAUMELAND Het Museum van het Gaumeland illustreert de menselijke geschiedenis van een klein gebied dat die naam draagt. Het valt grosso modo samen met het arrondissement Virton, dat bestaat uit drie kantons: Etalle, Florenville en Virton. De mensen spreken er een Romaans dialect, dat heel wat verschilt van dit van Saint-Hubert of van Luik: het is een variant van het Lotharings en wordt 'le gaumais' (het Gaums) genoemd.
Waar komt de benaming 'Le gaumais' vandaan ? Men moet vooraf weten dat het Gaumeland verscheidene eeuwen lang het centrum bij uitstek is geweest van de metaalindustrie in de provincie Luxemburg. De gietijzeren produkten werden uiteraard uitgevoerd, onder andere naar de streek van Luik. De vervoerders waren vooral afkomstig van Habay-la-Neuve en werden 'Gaumain' genoemd. Later werd met 'Gaumain' iedereen aangeduid die in het zuiden van de provincie woonde. Vandaar dus Gaume en Land van Gaum of Gaumeland.

In het Museum van het Gaumeland werd met heel veel smaak en met nog véél meer trots en liefde het vele mooie en unieke bewaard dat het Gaumeland in de loop van veel eeuwen heeft opgebracht. Het werd in 1936 ingericht in een deel van het vroegere recolettenklooster dat eind 17e eeuw werd opgericht.
Het museum is vooral bijzonder prachtige en zorgvuldig gereconstrueerde interieurs rijk. Maar vóór men die te zien krijgt moet men eerst door een kleine voorhof, met erin talrijke gietijzeren haardplaten en een fraaie reconstructie van een Gallo-Romeinse pottenbakkers oven. Ook de gevel van het gebouw is het bekijken méér dan waard: het oude horloge van het dorp Gérouville (1768) valt op mét erbij de uurslager, gekleed als een monnik van het voormalige klooster, en verder ziet u er onder andere ook nog een oude zonnewijzer met een opschrift in het Gaums.

terug naar index


HERTOGELIJK MUSEUM EN MUSEUM GODFRIED VAN BOUILLON

rue du Petit 1-3, 6830 Bouillon, tel. (061) 46 69 56.
Conservator:
Mevrouw S. Clément-Bodard, rue des Hautes Voies 33, 6830 Bouillon, tel. (061) 466839.
Openstelling: Van één week voor Pasen tot 30 juni en in september en oktober: van 10 tot 18 uur; in juli en augustus: van 9.30 tot 19 uur; in november en december: van 10 tot 17 uur.


Deze musea zijn ondergebracht in bijzonder fraaie gebouwen:

  • Het Hertogelijk Museum in een 17e eeuws pand, het 'Maison du Gouvernement Bouillonais '. Het omvat verzamelingen betreffende de historie van het Hertogdom Luxemburg en van de drukkerijen van Bouillon. Verder: folklore van de Semoisvallei, oude ambachten (o.m. weven, klompenmaken, spijkermakerij, strijkster), kledij en kant uit de 19e eeuw, reconstructie van 18e- en 19e- eeuwse interieurs en in een bijgebouw een 'maka' (smidsehamer), een spijkermakerij en een diorama betreffende de leisteenbewerking.

  • Het Museum Godfried van Bouillon werd ingericht in een 18e eeuws patriciërshuis, ooit bewoond door Spontin, de raadgever aan het hofvan de hertog. De collecties betreffen: de Kruistochten, kunstvoorwerpen uit de vroege middeleeuwen, het Westen en het Oosten, wapens, meubilair en reconstructie van oorlogswapens van toen. Er is ook nog een verzameling schilderijen van Albert Raty.

terug naar index


MUSEA VAN DE ABDIJ VAN ORVAL

Abdij van Onze-lieve-Vrouw van Orval,6823 Villers-devant-Orval, tel. (061) 31 10 60 en 31 19 91.
Conservator:
Pater Alain, adres en telefoonnummer als museum.
Openstelling: Vanaf de zondag voor Pasen tot eind sept.: dagel. 9.30-12.30 en 13.30-18.30 uur. Overige maanden: 10-12.30 en 13.30-17.30 uur (gesloten maandagvoormiddag).

De musea van Orval omvatten:

  • De prachtige ruïnes van de middeleeuwse abdij (vanaf de 12e eeuw).

  • Het Kloostermuseum in de 18e eeuwse kelders, met als permanente sectie een collectie betreffende het verleden van de abdij. Er zijn talrijke beeldhouwwerken, schilderijen, manuscripten en smeedijzeren werken te zien, alsmede een interessante maquette van de abdij, zoals die in 1760 bestond.

  • Het Artsenijkundig Museum met een schat van herinneringen aan de volksgeneeskunde en de medische folklore. In de 18e eeuw bezat de abdij een echte artsenijschool geleid door de befaamde broeder Antoine Perin (1738-'88). Veel van de tentoongestelde voorwerpen komen uit de oude apotheek van Orval: toonbanken, kleine meubels, een 18e eeuwse weegschaal, Delftse potten, vijzels, spatels, alambieken enzovoort.

Bij dit museum behoort ook een tuin met geneeskundige planten.


terug naar index


KASTEEL VAN VÊVES

5561 Celles (Houyet), tel. (082) 66 63 93 en 66 63 95.
Eigenaar:
Graaf Hadelin de Liedekerke Beaufort, correspondentieadres: Noisy, 5561 Celles.
Conservator: Jean Coppée, zelfde adres en telefoonnummer als het museum.
Openstelling: Van Pasen tot Allerheiligen: dagelijks van 10.30 tot 12 en van 14 tot 17 uur, maar gesloten op maandag, behalve in juli en augustus.

EEN KLOEKE VESTING In de 8e eeuw was Vêves een leen van Pepijn van Herstal. Het huidige kasteel, dat l5e eeuws is, is duidelijk bedoeld als oninneembare vesting. Met zijn spitse, met leistenen bedekte torens beheerst het twee valleien. Deze op een rots gebouwde burcht heeft als plattegrond een onregelmatige vijfhoek, geflankeerd door vier zware torens en een slottoren met schietgaten, het geheel van grijze steen, onderling verbonden door walmuren. Toch zijn de bouwers erin geslaagd het een zekere elegantie mee te geven. De woonvertrekken liggen rondom het binnenplein. Ze vertonen sporen van diverse verbouwingen, die door de opeenvolgende generaties bewoners werden uitgevoerd. De decoraties in Lodewijk XIV, XV en XVI-stijl kenmerken de stijlevolutie. De restauratie, een enorme klus, die duurde van 1969 tot 1977 heeft deze harmonische opvolging geëerbiedigd.

terug naar index


FEODAAL KASTEEL VAN LAVAUX-SAINTE-ANNE

5580 Lavaux-Sainte-Anne, tel. (084) 388362, fax (084) 388895.
Conservator:
René Martin, zelfde adres en telefoonnummer als het museum.
Openstelling: Dagelijks van 9
tot 18 uur, maar tot 19 uur in juli augustus. Gesloten op 1 jan.

INDRUKWEKKENDE MIDDELEEUWSE WATERBURCHT Over het allereerste begin van de imposante waterburcht van Lavaux-Sainte-Anne, tast men in het duister. Men weet dat het domein in de 9e eeuw toebehoorde aan de monniken van Saint-Hubert, en dat het omstreeks 1200 beheerd werd door Jean de Wellin, een vazal van het prinsbisdom Luik. Maar de eerste sporen van een kasteel zijn uitgewist.
De eerste, belangrijke periode van het huidige kasteel is ongetwijfeld de 15e eeuw, toen de meestetoren of donjon opgericht werd, 17 meter hoog, 12,6 m doorsnede en met 2, 75 m dikke muren aan de basis. Uiteraard maakte deze versterking heel wat mee. In de 17e eeuw verloor de burcht zijn bestemming als fort en hij werd omgevormd tot lust- en jachtslot. Maar de vrede en de rust waren nog zeer pril en kwetsbaar in die periode en om die reden werd de grote kasteelhoeve, die in die tijd werd gebouwd, versterkt met torens.
In 1634 werd de versterkte burcht ingrijpend gewijzigd naar de smaak van de renaissance. De binneninrichting getuigt nog van de toenmalige smaak van de kasteelheren: brede schoorstenen van marmer en eikehout, stucwerk, lambrizeringen, privé-kapel, dubbele trap enzovoort.
Maar de Franse Revolutie luidde het verval in en dit duurde tot in de huidige eeuw. In 1905 werd het puin zelfs aan zijn lot overgelaten. Gelukkig heeft de 'Ligue des Amis du chateau de Lavaux Sainte-Anne' er anders over beschikt: de burcht werd gerestaureerd en geherwaardeerd.
Thans is het een van de fraaiste feodale kastelen van het land, tevens boeiend museum van de Jacht en van de Natuur. In een vleugel van de grote, versterkte kasteelhoeve werd in 1983 bovendien een museum van het platteland (Famenne) en van de boeren intelligentie ingericht, met o.m. een fraaie collectie oude werktuigen. En in het bij het kasteel horende park leven herten, damherten en moeflons.

terug naar index


ARCHEOLOGISCH MUSEUM

rue du Pont 21, 5000 Namur/Namen.
Conservator:
A. Dasnoy, rue de I'Ange 28, 5000 Namur/Namen, tel. (081)231631.
Openstelling: Dagelijks, behalve op dinsdag, van 10 tot 17 uur. Tijdens de weekends en op feestdagen: van 11 tot 17 uur.


DE OUDE VLEESHALLE Dit museum is ondergebracht in de oude Vleeshalle, die dateert van 1580 en die een uitstekend voorbeeld is van de Maaslandse bouwkunst uit de 16e eeuw. Het toont zijn mooiste gevel aan de oever van de Samber, net vóór die samenvloeit met de Maas. De toegang tot het museum bevindt zich aan de achterzijde van het gebouw. Men moet al dadelijk een trap op, langs een verrassend interessante collectie graf- naam- en gedenkstenen, en voorbij de grote klok, die ooit in de Hoyoul-poort hing.
Op de overloop, net vóór u de museumzaal binnengaat, hangen plattegronden van een Romeinse villa en staan twee vitrines met in die villa opgegraven voorwerpen die dateren uit 1e tot 3e eeuw. In de kleine vitrine ziet u onder andere bronzen armbanden, naalden en een passer, een dobbelsteen van been, fibulae, vingerhoeden en een loden zalfdoosje. In de grote vitrine zijn tentoongesteld: vazen, wapens, werktuigen, een hele serie olielampjes en marmeren fragmenten (decoratieve stukken). Meteen zit u volop in de archeologie.


terug naar index


MUSEUM VAN DE OUDE NAAMSE KUNST

Hótel Gaiffier d'Hestroy, rue de Fer 24, 5000 Namur/Namen,tel. (081) 22 0065.
MuseumverantwoordelIjke:
Jacques Toussaint, zelfde adres en telefoonnummer als museum.
Openstelling: Dagelijks behalve op maandag van 10 tot 12.30 en van 13.30 tot 18 uur (17 uur van november tot en met maart). Gesloten tussen Kerstmis en Nieuwjaar.

EEN PATRICIËRSHUIS VOL KUNSTSCHATTEN Dit museum is ondergebracht in een patriciërswoning -terecht op de monumentenlijst gezet -uit de 18e eeuw en door de familie van gouverneur Gaiffier d'Hestroy geschonken aan de provincie Namen. Het centrale gebouw gaat terug tot de 17e eeuw, werd heringericht in 1768 en aangepast in de eerste jaren van de 19e eeuw. In 1964 kreeg het een museale functie. De collecties dateren uit de middeleeuwen en de renaissance en werden vóór de Tweede Wereldoorlog tentoongesteld in de oude Vleeshalle, waar nu het Archeologisch Museum is ondergebracht.
De verzamelingen horen toe aan de Archeologische Verening van Namen. Prachtige stukken Maaslands edelsmeedwerk (11e en 12e eeuw) wisselen af met werk uit de streekvan Limoges (13e eeuw). De beeldhouwkunst is aanwezig met doopvonten, sarcofagen en beelden van steen, maar ook de houtsculptuur is bijzonder rijk, met werk vanaf de 13e eeuw. Fragmenten van Brabantse retabels uit 15e-16e eeuw staan naast werk uit plaatselijke ateliers, zoals het retabel van Belvaux. Vanaf de tweede helft van de 16e eeuw zijn de retabels geïnspireerd door de Italiaanse renaissance.
Ook de artistieke koperslagerij, die zo overvloedig bloeide in het Naamse van 15e tot 17e eeuw, krijgt in het museum een rechtmatige plaats. En verder komen de liefhebbers van oude schilderijen eveneens aan hun trekken, onder andere met werk uit 15e en 16e eeuw.

De collecties zijn opgesteld op de begane grond en de eerste verdiepingen.

terug naar index


KERAMIEKMUSEUM VAN ANDENNE

rue Charles Lapierre 29, 5300 Andenne, tel. (085) 84 41 81.
Conservator:
Robert Mordant, rue Denée 8, 5300 Andenne tel. (085) 842186.
penstellng: Van mei tot en met september: op zater- zon- dins- en vrijdag van 14.30 tot 17.30 uur. Op andere dagen en uren op afspraak. In juli en augustus: dagelijks zelfde uren. Van oktober tot en met april: op dinsdag zelfde uren.

Dit museum toont 16 eeuwen Ardense keramiek, vanaf de Romeinse tijd tot op heden en is uniek in België. U kunt er onder andere bewonderen:

  • Middeleeuws pottenbakkerswerk van de 11 e tot de 14e eeuw.
  • Een 11e-eeuwse oven.
  • Een unieke 12e-eeuwse kaarsenhouder.
  • Per thema gerangschikte, zeldzame pijpen van de 18e tot de 20e eeuw, die de geschiedenis van België en van de wereld vertellen.
  • Atelier van de pijpenmaker.
  • Een echte 19e-eeuwse pijpenmakersoven.
  • Faïence, porselein en biscuit uit 18e en 19e eeuw en heiligenbeelden van Andenne.
  • Reliëfplattegrond van Andenne (eind 18e eeuw).

terug naar index


SPAANSE HUIS VAN BOUVIGNES - MUSEUM VAN DE VERLICHTING

Place du Bailliage 16, 5500 Bouvignes-Dinant, tel. (082) 22 49 10 en 22 45 53, fax (082) 22 72 43.
Conservator:
Espere en Mieulx vzw, adres en telefoonnr. als het museum.
Openstelling: Van mei tot eind oktober: dagelijks van 13 tot 18 uur, behalve op maandag.

Het Spaans Huis van Bouvignes werd opgericht aan het eind van de 16e eeuw, onder de leiding van WenzeI Cobergher, architect van de aartshertogen Albrecht en lsabella. Het is een fraai gebouw, in Vlaamse renaissance, dat fungeerde als gemeentehuis van Bouvignes-sur- Meuse tot eind 1964, datum van de fusie met Dinant.

In verschillende zalen wordt een interessante collectie getoond, met onder meer:

  • Het Museum van de Verlichting: een boeiende geschiedenis van de huiselijke verlichting, geïllustreerd met meer dan 300 stukken van alle stijlen (Compezia, horlogelampen, verlichtingstoestellen) en documenten (foto's, reclame...), thematisch voorgesteld.
  • Iconografie van de Maas: gravures, etsen en litho 's en diverse gebruiksvoorwerpen (aardewerk, stukken uit opgravingen) betreffende de plaatseIijke Geschiedenis.

terug naar index


MUSEUM VAN DE ONDERAARDSE WERELD

Place Théo Lannoy 3 , 5580 Han-sur-Lesse tel (084) 37 72 74
Conservator:
Norbert Bastin, route de Loyers 90, 5101 Lives-sur-Meuse, tel. (081) 30 09 51.
Openstelling: Van 1 mei tot 31 aug.: dagelijks 9.30 - 17 uur; in juli en aug. tot 18 uur, in maart, april, sept., okt. en nov. 10 tot 16 uur (april, sept. en okt. tot 16.30 uur).

In het Museum van de Onderaardse Wereld worden de archeologische vondsten getoond die men heeft ontdekt in de grotten van Han. Deze grot heeft bijna 4000 jaar lang gediend als schuiloord voor de mensen ter plekke wanneer ze moesten vluchten voor invallers en plunderaars. De voorwerpen werden voor het merendeel door duikers bovengehaald uit de onderaardse Lesse, de rivier die de grot van van Han heeft gevormd. Op die manier kan de bezoeker in het museum als het ware een tijdreis maken, die begint aan het eind van de Nieuwe Steentijd, zo'n 2400 a 1600 jaar vóór Christus, tot het tijdstip waarop de Moderne Tijd aanbrak.

Een andere sectie van het museum is gewijd aan het onderaardse milieu, de vorming van grotten en druipstenen en aan de vreemde en bevreemdende fauna, die in de duisternis van de grotten leeft.

terug naar index


PREHISTORISCHE GROTTEN VAN GOYET

5340 Mozet (Gesves), tel. (081) 588545.
Conservator:
mw. L. Malcorps, rue Strouvia 3, 5340 Mozet (Gesves), zelfde telefoonnummer als het museum.
Openstelling: Van maart tot en met november: dagelijks van 9.00 tot 17.00 uur

De prehistorische grotten val Goyet worden terecht beschouwd als behorend tot de grootste en de interessantste van Europa. Ze werden duizeden jaren lang bewoond door Cro-Magnonmensen en hun voorgangers de Neanderthalers. Die hebben er heel wat sporen achter gelaten, onder andere talrijke werktuigen en wapens van silex.
Zo'n eeuw lang opgravingen hebben de menselijke bewoning van de grotten zeer duidlijk aangetoond. Bovendien werden er tot nog toe vele duizenden kilo's fossielen van prehistorsche dieren gevonden.
De jacht, de voeding, het handwerk en de occulte ceremonieën bij de Neanderthalers en de Cro-Magnonmensen zijn er in hun natuurlijke omgeving wetenschappelijk voorgesteld door middel van talrijke reconstructies van taferelen uit die verre tijd. Wie dus kennis wil maken met het leven van de laatste mammoetjagers, kan dat in Goyet.

Toelichting wordt verstrekt door meertalige gidsen (Nederlands, Frans, Engels, Duits). Het bezoek kan afgerond worden met een wandeling door woeste grotten, rijk aan prachtige druipstenen.

terug naar index  


Home